Routes in onze traditie
Zenbeoefening gaat om het inzicht dat de leer van de Boeddha – ofwel de werkelijkheid van dit moment – volledig is gerealiseerd. Begeleiding van een leraar is zeer behulpzaam om dit volledig te laten doordringen.
Alhoewel het inzicht in de volmaaktheid van dit moment helder en simpel is; de veelvoud aan levenslessen daaromheen is dat zeker niet. Er bestaan veel manieren om jouw contact met de leraar vorm te geven. Daarom bieden we met onderstaande opsomming enig houvast in het traject van duurzame beoefening. Het bevat een volledig overzicht van wat in onze traditie mogelijk is: In het blauw de stappen die je zelf kunt zetten en in het beige de stappen die op initiatief van je leraar kunnen worden aangeboden. Heb je interesse om je zenbeoefening via een van deze wegen te verdiepen? Neem dan contact op met je zenleraar en/of stuur een mailtje naar: misha@zennijmegen.nl
OP INITATIEF VAN DIEGENE DIE BEOEFENT:
Daisan
Je kunt op verschillende manieren je commitment met je eigen (zen)weg vormgeven. Daarbij is de relatie met de leraar essentieel. Maak royaal gebruik van de mogelijkheid om in daisan één op één met je leraar te spreken. Hij/zij is naast mystagoog (onderzoeker van het mysterie) en guru (wegwijzer) ook een spirituele vriend en dat laatste misschien wel in de eerste plaats, hoewel die eerste hoedanigheden onmisbaar zijn. In daisan gaat het om de beoefening. Je komt er al snel achter dat je hele leven beoefening is, dus alles is in daisan bespreekbaar. Je weet nooit hoe een koe een haas vangt! Daisan biedt ook de gelegenheid om koanstudie te doen.
Direct persoonlijk contact met een open en betrokken zenleraar is soms confronterend, soms bevrijdend, en soms een ‘welkome’ afleiding van het mediteren.
Lidwien
Shoken
Je kunt je leerlingschap formaliseren door shoken te doen bij je leraar. Je gaat dan een dieper commitment aan, dus doe het niet lichtzinnig. In een korte ceremonie die gewoonlijk in daisan wordt uitgevoerd, spreken leerling en leraar over en weer vertrouwen uit in het gezamenlijk gaan van de Weg, je eigen leven. De leraar spreekt het vertrouwen uit dat de leerling alles zal doen om de Weg te leren zien en te gaan en de leerling spreekt het vertrouwen uit dat de leraar alles zal doen om hem of haar daarbij te helpen. Je schrijft zelf je naam in een boekje dat de leraar daarvoor gebruikt. Shoken gebeurt als de leerling erom vraagt en de leraar dat goedkeurt.
Jukai
In deze ceremonie spreek je de intentie uit je te houden aan de 16 voorschriften (kai) die je ontvangt (ju). Ook hier gaat om een bijzonder commitment, maar veel breder van aard dan shoken. Je zou ook kunnen zeggen dat je, door jukai te doen, zenboeddhist wordt. Door jukai te doen neem je eveneens ‘toevlucht’ tot de drie juwelen: de Boeddha, de Dharma en de Sangha. Je wordt in de persoonlijke ketchimyaku, de opvolgingslijn die je zelf maakt, symbolisch opgenomen in de lineage en je krijgt een zenboeddhistische naam. Vaak gebeurt dit in het bijzijn van de sangha, familie en vrienden. In de voorbereiding maak je zelf ook een rakusu (symbolisch priestergewaad). Wie jukai heeft gedaan, draagt tijdens meditaties zijn/haar rakusu. Ook de jukai-ceremonie gebeurt als de leerling erom vraagt en de leraar dat goedkeurt.
De overgave aan de ultieme vrijheid die ons leven is wordt formeel bevestigd in het monnikschap. Dit oefende een grote aantrekkingskracht op me uit.
Meike
Shukke tokudo
Er kan een moment in je zentraining aanbreken, waarop je voelt dat je zenmonnik wilt worden. Dat gebeurt meestal niet vroeger dan na een jaar of tien. Dan kun je je leraar vragen om Shukke Tokudo. Dat is een ceremonie die lijkt op jukai, maar een paar stappen verder gaat. Je belooft in geestelijke thuisloosheid te willen leven. Shukke betekent thuisloos; Tokudo betekent ceremonie: de ceremonie van thuisloosheid dus. Opdat je een ‘bevrijd’ bestaan leidt. Met de ceremonie word je unsui, wat wolk en water betekent, vrijuit zwevend en stromend, waar je nodig bent. Niet mijn ego staat centraal, maar het leven zoals het zich van moment tot moment ontvouwt. Je doet wat de natuurlijke gang van de situatie vergt. In Japan leefde een unsui celibatair in een klooster om zich volledig aan zen-beoefening te wijden. Bij ons kan een unsui zen beoefenen en midden in het maatschappelijk leven staan, met gezin, familie, vrienden en werk. Het is gebruik dat de novice zelf zijn of haar okesa maakt (monniksmantel). Een monnik mag zenonderricht geven.
OP INITATIEF VAN DE LERAAR:
Denkai
Denkai is in de sototraditie de eerste stap in Dharmatransmissie. Alleen de leraar neemt het initiatief tot zo’n benoeming. In onze traditie wordt zo iemand ook wel Dharmaholder genoemd. Je ontvangt de 16 voorschriften voor de tweede keer, maar nu om ze op jouw beurt door te kunnen geven aan anderen. Wie Denkai heeft, mag leerlingen aannemen en shoken en jukai geven. In de ceremonie ontvang je een lerarenstok die de Boeddha symboliseert en een paarse rakusu. Denkai wordt gewoonlijk alleen gegeven aan wie al Shukke tokudo heeft gedaan. Met Denkai word je volledig zenpriester.
Hoshi
Hetzelfde geldt voor Hoshi. De stichter van onze White Plum-traditie in Amerika, Taizan Maezumu roshi, voerde een ceremonie in die hij Hoshi noemde en die was bestemd voor degene die een training tot hoofdmonnik hadden voltooid. Ook met Hoshi ben je Dharmaholder.
Denbo
Met de Denbo-ceremonie wordt de Dharmatransmisie gecompleteerd. Je wordt dan formeel opgenomen in de 24 eeuwen oude generatie van boedhistische leraren. De stichter van ons centrum, Dick Butsugen sensei, is opvolger in de 83e generatie in deze lijn die via de VS, Japan, China en India rechtstreeks teruggaat tot Shakyamuni Boeddha.
In de transmissie is er een contact van hart tot hart tussen leraar en leerling. In wezen verandert daardoor niets. Toch is het van grote waarde.
Dick
Shiho
Shiho is de ceremonie, waarin Denkai en Denbo tegelijkertijd of heel kort na elkaar worden gegeven. Shiho is in het Westen meestal de ceremoniële term voor Dharma-overdracht.
Inka
Inka is een typische Rinzai-aangelegenheid. Omdat we een traditie hebben die zowel Soto- als Rinzai-georienteerd is, kan een Dharma-opvolger die inka heeft ontvangen, dit ook doorgeven aan een eigen opvolger. Inka wordt gewoonlijk beschouwd als ‘ultimate approval’ (bevestiging ten overvloede) van de Dharma-overdracht. Wie dit ontvangt in een simpele één-op- één-ontmoeting, of per brief, wordt daarna gewoonlijk Roshi genoemd, wat oude leraar betekent.
BELANGSTELLING ÉN VRAGEN over een van de bovenstaande oefenroutes in onze traditie?
Neem dan contact op met Misha Beliën, onze sangha coördinator: misha@zennijmegen.nl / 06 50645668